10 feiten over de bandenspanning 

Bijdrage van:15. september 2021

Hoeveel bar mag het zijn?

Een hoge of lage luchtdruk heeft niet alleen te maken met het weer. Het speelt ook een heel belangrijke rol in de banden van je fiets. In dit blog geven we je graag 10 nuttige bandenweetjes mee.  

Foto toont een vrouw en een man die door een park fietsen.

#1 De juiste bandendruk is de allerbeste bescherming tegen een lekke band

Of omgekeerd: banden met een lage spanning zijn veel gevoeliger voor pech onderweg. Je loopt risico op een Banden met te weinig lucht zijn veel gevoeliger voor pech onderweg. De binnenband kan hard tussen velg en wegdek worden geklemd, wat de welbekende snake bite kan opleveren, twee kleine gaatjes, en dus een lekke band. Ook zullen de wangen van de band harder slijten en ben je dus eerder aan een nieuwe band toe. 

#2 Met te zachte banden ga je zwalken

Met te weinig lucht in je band, gaan je banden, zeker in bochten, een eigen leven leiden. Al snel slinger je alle kanten op. Gevaarlijk! 

#3 Een te hard opgepompte band is niet comfortabel en onveilig 

Een te harde band heeft weliswaar minder rolweerstand, maar comfortabel is het niet! Je voelt elke oneffenheid. Bovendien is het contactvlak met de weg kleiner en dat betekent minder grip en controle.

#4 Lage bandenspanning, minder grote actieradius bij e-bike 

Met 1 bar te weinig bandenspanning kom je met een e-bike circa 15 km minder ver. Vaak voel je dat niet met een e-bike, omdat de motor de extra weerstand compenseert. Maat dat gaat dus wel ten koste van je accu en daarmee je actieradius.

Foto laat zien hoe de bandenspanning wordt gecontroleerd met de duim.

#5 De aanbevolen bandenspanning staat op de zijkant van de band

Op de zijkant van je band staat de aanbevolen bandendruk, meestal in bar en met een minimale en maximale waarde. Zo heb je nog wat speelruimte in wat je zelf prettig vindt. 

#6 Hoe breder de band, hoe minder druk

Bandbreedte en ondergrond zijn belangrijke factoren voor de optimale spanning. Bandbreedte en ondergrond zijn heel bepalend voor de meest optimale bandenspanning. Zo hebben mountainbikebanden vaak aan 2 tot 2,5 bar voldoende om goed door het terrein te komen. Smalle racefietsbanden worden al snel tussen 5 en 9 bar gezet, om snel over het asfalt te racen. E-bikes rijden meestal met een bandenspanning tussen de 3 en 5 bar. 

#7 Meer gewicht, hogere bandenspanning

Het gewicht van fiets én fietser zijn ook belangrijk voor de ideale bandenspanning. Ga je op pad met een vol bepakte fiets, dan is extra lucht vereist. 

#8 In het achterwiel mag wat meer lucht 

In de achterste banden moet over het algemeen wat meer lucht dan in de voorbanden. Logisch, want daar rust meer gewicht op. 

Foto laat zien hoe de bandenspanning wordt gemeten met de Airchecker van SKS.

#9 Controleer maandelijks de bandenspanning

Bandenfabrikanten adviseren om minimaal een keer per maand je banden te checken op de juiste druk. Zelfs de dichtste banden verliezen continu wat lucht. Maak er een gewoonte van vóór aanvang van elke fietstoer. Handige tool daarbij is de digitale AIRCHECKER.

#10 Juiste spanning bepalen met de duim is gokken

Gebruik voor de juiste bandenspanning liever een betrouwbare manometer. Zo heeft de vloerpomp AIRWORX 10.0 een goed afleesbare en hoog geplaatste drukmeter. Je kunt de spanning controleren en deze zo nodig corrigeren. 

Foto toont een SKS vloerpomp met manometer.

TIP

Download de gratis SKS MYBIKE app. Je hebt dan niet alleen een rijcomputer en navigatie, maar ook een bandenspanningscalculator, die aan de hand van jouw persoonlijke gegevens de juiste luchtdruk adviseert. Heb je de AIRSPY ventielsensoren van SKS? Dan zie je op die app bovendien de actuele bandenspanning op je mobiel of compatibele Garmin ritcomputer. Met een tijdige waarschuwing bij luchtverlies. 

Foto toont de Airspy op het ventiel met de mobiele telefoon aansluiting.